De orale biofilm.
Helder uitgelegd.
Het menselijk lichaam bevat duizenden verschillende soorten micro-organismen. Dit zijn met name bacteriën. Het menselijk lichaam telt 10 keer meer bacteriecellen dan lichaamscellen. De micro-organismen helpen bij de afbraak van voedsel, de productie van voedingsstoffen en bij de stimulatie van het immuunsysteem.
Veel van deze bacteriën komen voor in de mond. Op de tanden groeit een dikke laag bacteriën, die tandplaque of orale biofilm wordt genoemd. Ze komen ook voor tussen de tanden, op het tandvlees en op de tong. In een orale biofilm vormen ze een complex ecosysteem met speeksel als belangrijkste voedingsbron. Daarnaast leven sommige bacteriën van de stofwisselingsproducten van andere bacteriën. Bij ieder individu ontstaat er een unieke en uiterst stabiele biofilm, die normaal gesproken voor weinig problemen zorgt.
Opbouw van een biofilm.
Een biofilm is opgebouwd uit verschillende lagen bacteriën. De lagen zijn door Sokransky¹ ingedeeld in verschillende groepen (zie figuur 1), waarbij elke groep zijn eigen kleur heeft. Rondom het tandoppervlak wordt een initieel laagje van eiwitten en celresten gevormd; dit laagje wordt het pellicle genoemd. Hieraan hecht de eerste laag bacteriën, bestaande uit onder andere Streptococcen en Actinomyceten. Deze bacteriën behoren tot de gele en paarse groep en zijn nauwelijks schadelijk, omdat ze geen virulentiefactoren bezitten. Ze behoren tot de goede bacteriën en dragen bij aan een gezonde opbouw van de biofilm.
Normaal gesproken verdwijnen bacteriën uit de mond door slikken, kauwen en de flow van speeksel. Deze bacteriën kunnen zich ondanks deze mechanismen handhaven, waarbij ze zuurstofrijke omstandigheden in de mondholte kunnen overleven. De eerste laag bacteriën is altijd aanwezig op het tandoppervlak en na het schoonmaken van het gebit vormt zich direct weer zo’n laagje. De volgende groep die zich hecht zijn bacteriën uit de groene groep, gevolgd door bacteriën uit de oranje groep. Met name Fusobacterium spelen een belangrijke rol, omdat deze bacteriesoort een brug slaat tussen vroege en late bewoners van de biofilm. Dat zou een verklaring kunnen zijn waarom Fusobacterium in grote hoeveelheden aanwezig zijn in zowel gezonde als in ongezonde monden.
Het menselijk lichaam telt 10 keer meer bacteriecellen dan lichaamscellen.
Tot de late bewoners behoren bacteriën uit de rode groep, dit zijn Porphyromonas gingivalis, Treponema denticola en Tannerella forsythia. De bacteriën uit de rode groep behoren allen tot de paropathogenen. Daarnaast behoort ook Prevotella intermedia tot de paropathogenen, maar deze is op basis van zijn eigenschappen ingedeeld in de oranje groep. Een andere belangrijke paropathogeen is Aggregatibacter actinomycetemcomitans (Aa), deze bacterie kan agressieve vormen van parodontitis veroorzaken. Door de vele enzymen die de Aa bacterie kan produceren, is deze in staat om veel weefselschade aan te richten. Bacteriën uit de rode groep komen alleen voor als er ook bacteriën uit de oranje groep aanwezig zijn. Bacteriën uit de gele, paarse en groene groepen daarentegen worden wel gevonden bij de afwezigheid van bacteriën uit de oranje groep.Het menselijk lichaam bevat duizenden verschillende soorten micro-organismen. Dit zijn met name bacteriën. Het menselijk lichaam telt 10 keer meer bacteriecellen dan lichaamscellen. De micro-organismen helpen bij de afbraak van voedsel, de productie van voedingsstoffen en bij de stimulatie van het immuunsysteem.
Veel van deze bacteriën komen voor in de mond. Op de tanden groeit een dikke laag bacteriën, die tandplaque of orale biofilm wordt genoemd. Ze komen ook voor tussen de tanden, op het tandvlees en op de tong. In een orale biofilm vormen ze een complex ecosysteem met speeksel als belangrijkste voedingsbron. Daarnaast leven sommige bacteriën van de stofwisselingsproducten van andere bacteriën. Bij ieder individu ontstaat er een unieke en uiterst stabiele biofilm, die normaal gesproken voor weinig problemen zorgt.
Een microbiële verschuiving
In een gezonde mondflora zijn veel bacteriën aanwezig uit de paarse en gele groep en in mindere mate bacteriën uit de groene en oranje groep. Deze bacteriën vormen een stabiel evenwicht en zijn uniek voor iedere persoon. Het is moeilijk voor andere bacteriën om zich te nestelen in een stabiele biofilm. Toch kunnen er veranderingen optreden, bijvoorbeeld als de weerstand van een persoon verlaagd is. Dit kan worden veroorzaakt door onder andere roken, stress, veranderingen in hormoonhuishouding of het gebruik van een antibioticum. Ook het gebruik van bepaalde medicijnen kan de weerstand verlagen en er zijn ziektes die ervoor kunnen zorgen dat je afweersysteem niet optimaal werkt. Op dat moment kan ook een verschuiving optreden van de groepen bacteriën in een biofilm. De goede bacteriën uit de gele en paarse groep zullen afnemen en de bacteriën uit de oranje en de rode groep (paropathogen) zullen toenemen. Deze nieuwe situatie kan erg stabiel zijn, waarbij ook bacteriën uit het rode complex niet vanzelf zullen verdwijnen. Een ontsteking aan de rand van het tandvlees kan het gevolg zijn (gingivitis). Als deze ontsteking zich verder uitbreidt naar het kaakbot ontstaat parodontitis.
Behandeling
Gingivitis en parodontitis behoren tot de belangrijkste orale ziektes en zijn het gevolg van veranderingen in de microbiologische samenstelling van een biofilm, veroorzaakt door veranderingen in het afweersysteem van een persoon. In eerste instantie richt de behandeling van deze infecties zich op het verwijderen van de paropathogene bacteriën door middel van scaling en rootplaning. Daarnaast zal een behandeling zich richten op het herstel van het afweersysteem van een patiënt.
Steeds meer bacteriën worden resistent tegen gangbare antibiotica, waardoor het lastiger wordt deze bacteriën te bestrijden.
Door een groot deel van de biofilm te verwijderen met scaling en rootplaning, kunnen bacteriën zich opnieuw nestelen en verandert de samenstelling van de biofilm opnieuw. Het doel van de behandeling is om de paropathogenen in aantallen te laten dalen en de goede bacteriën te vermeerderen. Niet in alle gevallen zal de behandeling het gewenste resultaat opleveren. De bacteriën uit het rode complex dalen niet of nauwelijks en de parodontale problemen zullen derhalve niet afnemen. In dit geval kan de behandeling ondersteund worden met een antibioticumkuur om op deze manier de tandvleesontsteking onder controle te krijgen (figuur 2). Metronidazol en Amoxicilline zijn binnen de tandheelkunde de meest gebruikte antibiotica. Het is van groot belang om een antibioticumkuur te starten kort na de mechanische reiniging. Een intacte biofilm is erg compact en een antibioticum kan moeilijk zijn werk doen in een intacte biofilm. De dosis die nodig is om bacteriën in een biofilm te doden is vele malen groter dan de dosis die nodig is om ‘losse’ bacteriën te doden. Om die reden wordt geadviseerd om een antibioticumkuur te starten twee uur voor aanvang van de laatste reiniging.
Antibioticaresistentie
Onlangs is er een artikel gepubliceerd door de World Health Organisation (WHO), waarin de zorg wordt geuit over de resistentieontwikkeling van bacteriën. Steeds meer bacteriën worden resistent tegen gangbare antibiotica, waardoor het lastiger wordt deze bacteriën te bestrijden. Dit levert problemen op voor de volksgezondheid. In het artikel wordt beschreven dat als gevolg van overdadig antibioticagebruik resistentie bij bacteriën optreedt, waarmee de kracht van antibiotica afneemt. Uiteindelijk verliezen we op deze manier de strijd tegen bacteriën en is het niet meer mogelijk gangbare infectieziekten te behandelen. Op het moment dat een patiënt een antibioticumkuur voorgeschreven krijgt voor tandheelkundige problemen, moet de behandelaar er op bedacht zijn dat dit ook resistenties kan veroorzaken elders in het lichaam. Het is dus van belang dat er een juiste, weloverwogen keuze wordt gemaakt. Bacteriën hebben specifieke eigenschappen en het is zinvol te weten welk antibioticum werkzaam is tegen welke bacterie. De keuze van een antibioticum hangt dus af van de veroorzaker van de infectie en van de hoeveelheid bacteriën. Terughoudendheid in het gebruik van antibiotica is op zijn plaats. Door voorafgaand aan een antibioticumkuur een test uit te voeren, kan de ontsteking gericht worden behandeld.